20
sep
Maar aan de andere kant is mei zo’n mooie maand voor het gezin. De natuur is mooi, de kleine dorpjes beginnen weer te bruisen van activiteiten na twee jaar corona. De vrije dagen met Hemelvaart en Pinksteren, wanneer de rest van Nederland er lekker op uittrekt. Ik vind het ook fijn dat onze kinderen daarvan kunnen genieten. En thuis is het misschien ook fijn dat mijn man flinke uren kan maken zonder dat hij zich schuldig hoeft te voelen dat hij niet aan kan schuiven aan tafel op de vaste tijden, omdat het werk net anders verloopt. Misschien zijn we meer in balans dan dat het klinkt.
In de ogen
Balans is de rode draad die door ons bedrijf, maar ook door ons privéleven loopt. Als de balans zoek is, zit het vaak in de verdeling tussen werk en privé. Dan is het weer even tijd om de koppen bij elkaar te steken en elkaar weer eens recht in de ogen aan te kijken en de tijd te nemen om alles weer in balans zien te krijgen. En elkaar even echt goed te horen.
De balans is zoek in de sector. Ik hoor veel (vaak vooruitstrevende) collega’s die voelen dat de balans zoek is in de transitie waarin we zitten. De grote geldsommen die op elke plek tijdens elke bijeenkomst herbestemd worden. Iedereen heeft plannen en strategieën voor de 25 miljard die klaarligt. Maar de balans om dit zo veel mogelijk bij de boer te krijgen is er niet. Ik ben bang dat veel van die miljarden worden gestoken in het ‘kringlooplullen’ in plaats van de kringloopboer echt op waarde te schatten. Wanneer durven we de klimaatopgave, toename van biodiversiteit, schoon water, gezonde bodem echt op waarde te schatten?
Lef
Ik maak me ernstige zorgen of de juiste praktijkkennis wel bij het ministerie belandt. En of het lef wordt genomen om daar beleid op te maken. Beleid wat berust op doelen die gehaald moeten worden met wederzijds vertrouwen en transparantie.
Er zijn zulke mooie plekken waar zoveel mooie data en kennis verzameld wordt. Zo zie ik bij deVruchtbare kringloop Achterhoekeen complete studiegroep – waar ook mijn man in meedraait – een jaarrond eiwit in het rantsoen van gemiddeld 145. Zo lees ik bijKoeien en Kansenmooie onderzoeksresultaten. En het netwerk praktijkbedrijven waar de eerste resultaten naar voren komen. Maar wat wordt er mee gedaan in Den Haag? Gaat het alleen nog maar om staarten tellen of KDW’s? Of wordt goed vakmanschap nog beloond?
Kwijt
Ik voel een grote onbalans en dat geeft wrijving, net als dat het wrijving geeft bij ons thuis als de balans zoek is. Als je het gevoel hebt dat er geen balans meer kan ontstaan dan wordt je onverschillig en nonchalant. Je raakt elkaar kwijt. Precies dat zie ik in de sector gebeuren op dit moment. Wie steekt er nog zijn nek uit? Wie heeft er energie om nog risico’s te nemen? Waar doe je het voor?
Hebben we de tijd en ruimte om elkaar echt op te zoeken en elkaar in de ogen te kijken. En echt de tijd nemen om naar elkaar te luisteren wat eenieder nodig heeft. Ik weet een ding het feit dat het gevoel heerst dat er niks gedaan wordt met de ontwikkelde kennis en dat is ‘killing’ voor de sector en werkt zeker geen versnelling in de transitie in de hand.
En of de camping goed doet aan onze balanssituatie thuis? Dat maken we op aan het einde van dit experiment. Dan bespreken we het samen eens goed na, en maken we de balans op of het goed was of niet.
Heleen
Deze column is verschenen op Vee&Gewas