08
apr
Het is goed om bepaalde discussies en strategieën nog eens goed voor het daglicht de houden. Soms sluipt een idealisme in plannen. Dat is ook niet zo gek als je voorgaande decennia terugkijkt en de vanzelfsprekendheid van voedsel niet in het geding stond in een omgeving die van zijn ‘lang zal ze leven’ niet onder druk stond van het gebrek aan vrede en veiligheid.
De opinies vliegen je om de oren, op Twitter ontaarden discussies over de te voeren koersen nu alles niet meer zo vanzelfsprekend lijkt en we onze aandacht (en budgetten) opeens moeten vestigen op defensie en het opvangen van vluchtelingen. Dat er opnieuw bekeken gaat worden naar bijvoorbeeld het regeerakkoord lijkt me dan ook meer dan wenselijk.
Werk aan de winkel
Al die veranderingen maken nog niet dat de opgaves die wij op ons af zien komen doen verdampen. Ik zie nog dagelijks de schades in Australië van onze collegaboeren die getroffen worden door hevige regenval door het veranderende klimaat. De stikstofcrisis zet nog steeds ons land op slot. Het laatste rapport van RLI over de staat van de natuur was geen optimistisch verhaal naar de toekomst toe, er is veel werk aan de winkel.
Maar hoe vertaal je de huidige tijden nu thuis naar de boerderij? Voor ons thuis geldt dat de weg die we in zijn geslagen alleen maar sterker wordt bevestigd. Met zo min mogelijk input zo optimaal mogelijke output. Een greep uit onze laatste strategieën en investeringen op dat gebied.
Kleine windmolen?
Onze zonnepanelen zijn een uitkomst bij de huidige energieprijzen. Het gaat zelfs zo hard dat een berekening zelfs zonder de hulp van een subsidie uit kan. We gebruiken bedrijfsmatig geen gas, en voor ons privégebruik hebben we nog de ruimte om tot volgend jaar mei na te denken over hoe we een oplossing kunnen vinden voor onze 1100 m3 gas die we nog gebruiken. Het is nog een wens om ook een kleine windmolen te laten draaien, zodat ons melkproces met de robot ook ’s nachts op eigen stroom doorgang kan vinden. Zo vanzelfsprekend is het niet dat je altijd toegang hebt tot het stroomnet.
Ons kunstmestgebruik ligt door goed graslandbeheer al jaren onder het ‘geadviseerde’ gebruik. De laatste jaren zijn we door het gebruik van kruidenrijke graslanden en gras-klaver weides nog scherper gaan zitten met ons gebruik waardoor we nu nog maar op 30 procent kunstmest zitten. Alleen in het voorjaar strooien wij Urea S en daarna niet meer. Fijn, nu de kunstmestprijzen meer dan over de kop gaan.
Rendement
Vorig jaar zijn we naast onze weidegang zo veel mogelijk vers gras gaan voeren aan de koe. Zo veel mogelijk rendement van het gras benutten. Betekent wel dat je rustig aan moet bemesten. Het gevolg van zo veel mogelijk vers gras door de koe dat wij vorig jaar behoorlijk wat minder krachtvoer hebben hoeven aan te kopen. Fijn voor onze bankrekening met de huidige nog steeds stijgende krachtvoerprijzen. Ons totale Ruw eiwit gebruik lag vorig jaar voor ons hele bedrijf op 14,5 procent. Alles wat er niet in gaat hoeven wij ook niet aan te kopen. De melkproductie lag ook iets lager. Maar met alle bovengenoemde maatregelen heeft ons het geen rendement gekost, maar eerder opgeleverd.
Wij zien door de huidige onrust in de wereld dat ons bedrijf minder afhankelijk moet zijn van externe input. Een robuuster bedrijf wat beter bestand is tegen een verstoring in de markt. We proberen zoveel mogelijk op eigen kracht te draaien. En het zou wenselijk zijn dat we dat in balans kunnen doen met onze omgeving om ook nog maatschappelijk diensten te kunnen leveren waar we samen weerbaarder door worden.
Wat doe jij?
Zo blijven er lokaal robuuste ecosystemen overeind waarbij er een comfortabele en stevige plaats is voor de boer in het web. Wat voor keuzes maak jij thuis?
Reageren kan onder deze column.
Heleen Lansink-Marissen
Deze column is verschenen op de website van Vee en Gewas